Op een morgen komt er een man binnen bij de bakker. “Hallo bakker”, zegt de man. “Hallo meneer, hoe gaat het met u ?” “Prima. Meer nog, ik hoor dat uw brood zo goed geprijsd is en net zo goed is als ander brood, ik zou graag klant bij u worden. Kan dat ?”, vraagt de man. “Jazeker, maar niet meteen, in de broodsector duurt het 28 dagen voor ik u brood mag leveren, maar dan mag u elke dag brood komen halen. U betaalt 1 keer per maand een voorschot en één keer per jaar rekenen we af.“ “Nou, nou”, zegt de man, “wat een regeling, geweldig. Ik kom vanaf volgende maand brood halen. It’s a deal!” “Prima”, zegt de bakker, blij met zijn nieuwe klant. “U kan online intekenen en dan komt alles vanzelf in orde. Gewoon het formulier op de website invullen en dan zie ik u vanaf volgende maand.” “Tot dan bakker!”, zegt de kersverse klant terwijl hij de deur achter zich sluit en het gure septemberweer trotseert.
Een paar uur later ziet de bakker dat de klant zich inderdaad via de website heeft aangemeld. De bakker zorgt ervoor dat de klant elke maand een voorschot van € 115 moet betalen, zo tegen het midden van de maand.
En zo gaat het verhaal van start. Een maand later verschijnt de klant en haalt zijn eerste brood. De bakker verstuurt het voorschot een paar dagen later. Na 18 dagen, zo rond de 23ste van de maand, is het tijd voor de klant om te betalen. Maar helaas, geen betaling. De klant komt wel vrolijk elke dag even langs, ondertussen neemt hij zelfs elke dag ook koffiekoeken mee. “Hé meneer”, zegt de bakker wanneer hij de klant tegenkomt in de zaak. “Ik heb u een voorschotfactuur gestuurd, denkt u eraan die even te betalen want de volgende staat op het punt om verstuurd te worden.” “Oei,” zegt de klant, “ik heb helemaal niks ontvangen. De postbode zal die wel weer verkeerd bezorgd hebben, kun je niet op rekenen hé.” “Ja dat zal het wel zijn”, zegt de bakker. “Vervelend. Als u even wacht, geef ik een kopietje mee en ik stuur ze vanaf nu via email, veel beter, niet?” “Nou bakker, ik heb nu geen tijd, stuur maar met de mail, dan komt het goed.” “Nou”, denkt de bakker, “ik zal meteen ook maar een herinnering meesturen, kwestie van wat extra aandacht te vestigen op de betaling.”
Zo gezegd zo gedaan. Helaas, 14 dagen later nog geen betaling. Ondertussen is de bakker 37 dagen brood aan het leveren. De bakker kan niet anders dan de man in gebreke te stellen voor ondertussen 2 facturen. De bakker heeft op dit moment ook geen zicht op het verbruik van de klant, want dat krijgt hij maar 1 keer per jaar van de winkelbediende. De man haalt het brood ook niet meer zelf af, een van de kinderen komt het halen. “Als dat maar goed komt”, denkt de bakker.
De dagen gaan voorbij, maar helaas, geen betaling te bespeuren. We zijn nu 51 dagen verder en de klant heeft behoorlijk wat verbruikt. Brood, koffiekoeken. Meer dan de bakker had voorzien. En nog niks betaald. Nu wil het toeval dat de klant die dag nog eens zelf de winkel binnen komt. “Meneer de klant, ben ik blij u te zien. Mag ik u wat vragen?” “Jazeker, zegt u het maar.” “Wel,” zegt de bakker, “u komt nu al bijna 2 maanden elke dag lekker brood en koffiekoeken halen, maar ik heb nog geen betaling ontvangen. Zo kunnen we toch niet verder. Kan u vandaag voor de betaling zorgen ?” “Tja”, zegt de klant. “Dat gaat niet. Ik heb wat onverwachte kosten gehad en ik moet de slager ook nog geld, dus u zult even moeten wachten. “ De bakker is totaal verbijsterd. “Maar meneer, ik heb toch netjes u en uw gezin van brood en koffiekoeken voorzien, het zou toch fijn zijn als u al de helft betaald, anders kan ik u geen koffiekoeken blijven leveren.” “En toch zal het niet gaan,” zegt de klant. “Op is op, misschien volgende maand.” “Tja, als het zo zit meneer de klant, dan kan ik niet anders dan uw contract stopzetten, geen brood meer van deze bakker!” “Nou bakkertje, dat is dan uw keuze, maar vergeet niet dat de bakkerregulator (VRBK : Vlaamse Regulator voor Brood en Koffiekoeken) voorziet dat ik nog 60 dagen brood en koffiekoeken bij u mag halen. Brood en koffiekoeken zijn een recht voor iedereen, dat weet u toch. U wil toch niet dat ik of mijn gezin omkomen? Dus ik kom morgen vrolijk terug. U ziet maar.”
De bakker zit in zak en as. Ondertussen lopen zijn rekeningen voor brood en koffiekoeken (het is immers geen bakker met eigen productie) op en komt hij zelf in de problemen. De bakker beslist toch dapper om de klant op te zeggen, zodat de klant 60 dagen later geen klant meer is. Conform de regels van de VRBK stuurt de bakker hiervan ook een bericht naar het centrale toegangsregister voor bakkers, zodat alle andere bakkers weten dat deze bakker niet meer levert binnen 60 dagen.
10 dagen voor het contract afloopt, komt de bakker de klant toevallig weer tegen in de winkel. “Meneer de klant, ik zou u graag als klant houden, maar dan moet u nu echt betalen want vanaf morgen kan ik de beëindiging van ons contract niet meer stopzetten. Kan u echt niet betalen?” “Helaas,” zegt de klant, “u loopt achter de feiten aan, vanaf morgen ziet u mij hier niet meer want ik ga brood halen bij een andere bakker.” “Ja maar, maar … “, stommelt de bakker. “En de betaling dan?” “Tja, ik heb de slager bijna betaald, maar voor ik u kan betalen, is er nog de school, de belastingen, de telefoon en de reisorganisatie in verband met de vakantie van vorige maand naar Amerika. U zal dus even geduld moeten hebben.”
De bakker is helemaal ontdaan en een beetje boos, zeker nu hij de afrekening opmaakt. De klant heeft volgens een schatting van de winkelbediende (want die heeft geen tijd om het exact uit te tellen, voor een exacte telling moet de bakker nog een jaar wachten of extra betalen voor een opname van het verbruik) in de 111 dagen bijna twee keer zoveel verbruikt (het was winter wanneer de klant brood en koffiekoeken kwam halen, dan verbruikt een mens al wat meer), dus de afrekening is ook nog eens € 345,50 , alles samen € 645,50. Hij stuurt de klant tevergeefs een laatste brief met de vraag te betalen, maar geen reactie. Er rest de bakker niets anders dan een incassokantoor of een deurwaarder en een advocaat in te huren. Ondertussen blijkt de klant verhuisd te zijn zonder een nieuw adres achter te laten. Waarschijnlijk vindt de bakker de klant niet meer terug.
Omdat de bakker steeds meer van deze klanten over de vloer krijgt, heeft hij, tegen zijn zin, de prijs van brood en koffiekoeken voor iedereen moeten verhogen. Anders dreigde hij ten onder te gaan en de deuren te moeten sluiten.
Gelukkig is dit verhaal maar een fabeltje, tenzij je de volgende wijzigingen doorvoert. Maak van bakker energieleverancier, van brood elektriciteit, van koffiekoeken gas en van VRBK VREG. Dan is het echt. En dit is dan, wat regelgeving betreft, de eenvoudige regio. Je wil geen bakker zijn in Brussel of Wallonië! Bij deze een oproep : dat moet toch veel beter kunnen!